Enkele van mijn oudere broers kregen met Sinterklaas een heuse biljart. Het model was niet zo kolossaal als een wedstrijdtafel, echter groot genoeg en ontiegelijk zwaar. Geen modelletje dat je ergens op moest bevestigen, maar een echte.
We hadden 5 rode ballen en 4 witte. Dat maakte niet uit, want je hebt er slechts 3 nodig.
Wij kleintjes werden niet geacht om met keu en ballen in de weer te gaan. De pomeransen en het laken waren te tere onderdelen voor onze onkundige handen.
Ik weet niet of er veel met het biljart werd gespeeld. Meestal stond hij werkeloos in het voorste gedeelte van onze grote kamer, waar tegen de muren 4 aquaria van één van mijn broers waren opgesteld.
Het glas van de grootste waterbak was niet opgewassen tegen een aanval met de achterkant van een keu en dat demonstreerden mijn broers. Vissen functioneren slecht in de open lucht en daar gaven ze blijk van. Niet één uitgezonderd. Hevig happend stikten ze bijna door het zuurstof dat wij wel zo nodig hebben. Met emmers werden de visjes in de opvang opgenomen met hun vertrouwde plantjes om hen heen.
Kort daarop droeg men de loeizware tafel naar de overloop. Ik was daarbij afwezig. Mijn kippenkracht werd niet op prijs gesteld, want ineens stond dat ding boven.
Laterheen, toen mijn broers waren uitgekeken op het spelletje, hebben wij nog vaak met de keus en ballen gespeeld, maar zelden waarvoor ze waren bedoeld. Ik heb me het biljarten nooit eigen gemaakt.