Korte verhalen van Paul (column)

Vleermuizen

Meestal voetbalden we op een stuk gras, zo’n tweehonderd meter van ons huis vandaan. Jassen werden doelpalen en aan lijnen deden we niet. Achter die kledingstukken werd er gewoon door gespeeld.


Als het al begon te donkeren, na het eten ’s avonds, voetbalden we naast onze tuin op een stukje openbare weg, waarlangs geen mens kwam omdat de brouwerij dan gesloten was. De poort van onze tuin fungeerde als goal en het andere doel tekenden we op de muur van de fabriek.


Er vlogen vleermuizen boven ons. Soms zag je er een voorbij flitsen. Een medespeler vertelde dat je een kurk in de lucht moest gooien en als die niet terugkwam, hadden de vliegende muizen deze te pakken. Ik vond dat fascinerend en toen de kurk op waren, ging ik op steentjes over. Ook die bleven weg. Knap van die beestjes. Zonder dat ze bijster veel konden zien, plukten ze van alles uit de lucht.


Het schemerde en de wind trok aan. Een al wat oudere jongen pakte de bal onder de arm en zette zich neer op de grond, tegen onze schutting. Hij begon te vertellen over vleesetende vliegende honden. Dat waren ook vleermuizen. Wist te melden dat die beesten mensen met huid en haar verslonden, zoals piranha’s dat plegen te doen. Ik vond het doodeng, maar hing aan zijn lippen gebiologeerd te luisteren. Die honden zouden krijsend op hun kop in onderaardse holen hebben gehangen. Uit hun bekken droop het bloed van een zojuist verorberd kind. In landen waar die dieren veel voorkwamen misten ouders hun peuter nog al eens en soms werden er kledingstukken teruggevonden. Men wist dan wel hoe laat het was.


Toen de verteller naar huis ging, liet hij ons verward en desolaat achter. We moesten stoer doen tegen elkaar. Voor een buitenstaander leek het daarom alsof het ons koud liet.


Later in bed kon ik de slaap niet vatten. Steeds voelde ik een vliegend voorwerp langs me scheren. Ik droomde ervan en ’s morgens controleerde ik of mijn voeten nog intact waren.


Het heeft toch wel enkele weken geduurd voordat ik weer mee voetbalde. De betreffende persoon heb ik een tijdje gemeden.